Zoekresultaten voor: *
Resultaat 541 - 560 (van 1446)
Antonín Dvořák Streichquartett in F
op. 96; "Amerikanisches Quartett"
Bärenreiter, Basel [etc.] | 1955
Bladmuziek
Antonín Dvořák Stabat Mater, op.58
Antonín Dvorak staat zozeer bekend als nationalistisch componist dat men doorgaans geneigd is zijn hele oeuvre af te meten naar de vaderlandse connotaties. Zodoende treden bijna voortdurend dezelfde werken op de voorgrond: de kamermuziek met Boheemse dansvormen, de laatste symfonieën, de symfonische gedichten en, in mindere mate, de opera’s. Minder bekend zijn Dvoraks grote koorwerken, mede omdat daarin juist alle nationalistische verwijzingen ontbreken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het hier door...
2002
Album
Antonín Dvořák Stabat mater op.58
De tijd waarin Dvorak zijn "Stabat Mater op. 58" schreef was een bijzonder trieste. In 1875 verloor hij zijn dochtertje, een jaar later verloor hij nog een dochtertje en een zoontje. Toch staat bitterheid niet centraal in dit werk. Er is meer sprake van berusting en serene rust, waarvoor wel een hoge prijs is betaald. In 1880 ging het stuk in premiÞre en was vooral in Engeland een groot succes. Er is een nieuwe opname (1995) verschenen onder leiding van Helmuth Rilling. Solisten zijn o.a. sopraan...
1996
Album
Antonín Dvořák Stabat mater op.58
Het gregoriaanse gezang Stabat Mater gaat over het verdriet van Maria vanwege haar gekruisigde zoon Jezus. De bekendste klassieke toonzetting is ongetwijfeld die van Pergolesi . De meest omvangrijke is waarschijnlijk die van Dvořák . Hij begon eraan in 1875, nadat zijn dochtertje Josefa twee dagen na haar geboorte stierf. Tijdens het componeren verloor het gezin nog twee kinderen. Geen wonder dat het openingsdeel intens droevig is. Daarmee maakte Dvořák het zichzelf wel lastig om die concentratie...
2025
Album
Antonín Dvořák Stabat Mater
für vier Solostimmen, Chor und Orchester; opus 58
Peters, Frankfurt [etc.] | 1990
Bladmuziek
Antonín Dvořák Stabat Mater
De geschiedenis van de kerkmuziek in de 19de eeuw wordt geheel beheerst door de opkomst van het idee dat kerkmuziek principieel anders diende te klinken dan wereldse muziek. Goede kerkmuziek moest terughoudender zijn, zich vooral richten op het opwekken van de juiste vrome stemming en nadrukkelijk gebruik maken van de klassieke vormen die waren gehanteerd door de oude meesters. Met de laatsten bedoelde men vooral Palestrina, voor de katholieke muziek, en Händel, voor de meer protestantse oratoriumtraditie....
1999
Album